Verduidelijking oefenstof en jurering turnen dames (2013-2020)

Jureren en uitleg van het ontstaan van het cijfer:

Turnen is een jurysport: een turnster doet een oefening en krijgt daar een cijfer voor. Door deze cijfers kunnen oefeningen met elkaar worden vergeleken, en een winnaar worden aangewezen. Maar… hoe geef je zo’n cijfer?

Beoordeling:

Een cijfer wordt opgesteld vanuit een E- en een D-score. De E staat voor excercise wat uitvoering betekent. De E-score start vanaf 10 punten. De jury trekt van deze 10 punten de fouten af. D staat voor difficulty wat moeilijkheid betekent. Iedere oefening heeft zijn eigen moeilijkheidsgraad. Ook de Neutrale aftrek (N-score) telt mee in de score van de turnster.

E(xcercise)-score:
Voor elk turnonderdeel is een gewenste uitvoering vastgesteld. Voor elke afwijking daarvan is een vaste aftrekwaarde. Bijvoorbeeld in de handstand moeten de armen gestrekt zijn. Als de armen licht gebogen zijn, dan geeft dat 0,1 punt aftrek, matig gebogen 0,3 punten en sterk gebogen 0,5 punten. Je moet dus weten hoe een onderdeel er idealiter uit moet zien, en wat je af mag trekken voor welke afwijkingen.

Daarnaast wordt er gekeken naar de volgorde in de oefening en naar zaken om de oefening heen (zoals presenteren voor en na de oefening). Ook de uitstraling, zeker of onzeker, telt mee in de beoordeling.

D(ifficulty)-score.
De voorgeschreven oefenstof bestaat uit basiselementen (basis D-score). Doordat de oefeningen verplicht zijn, is de basis D-score van iedere oefening vooraf al bekend. Om de oefeningen aan te passen aan het niveau van de turnster is er de mogelijkheid om naast deze basiselementen ook “plusjes” of “minnetjes” te turnen. Door het turnen van een “plusje” gaat de moeilijkheidsgraad van de oefening omhoog met 0.3pnt., bij het turnen van een “minnetje” is gaat de moeilijkheid juist omlaag met 0.3pnt. Zo krijg de turnster uiteindelijk een D-score.

Bij de keuze oefenstof zijn voor elk Supplement (niveau) 4 eisen vastgesteld. Voor het uitvoeren van een eis krijg een turnster +0.5pnt. Het uitvoeren van alle vier de eisen zorgt dus voor een score van 2.0pnt. Daarnaast wordt voor elk geturnd TA- of A-element +0.1 bij de score opgeteld. Voor elk B-element is dit (vanaf suppl. F) 0.2pnt, en voor elk C-element (vanaf suppl D) 0.3pnt enz. Ook voor het verbinden van bepaalde elementen (afhankelijk van het niveau) kan een turnster extra punten krijgen.
Al deze punten worden uiteindelijk bij elkaar opgeteld en zo komt er een D-score voor de turnster tevoorschijn.

Uiteindelijk wordt de E-score (10pnt – alle vastgestelde aftrek) opgeteld bij de D-score. Het totaal van deze beide scores is het uiteindelijke eindcijfer van de turnster.

N-score (Neutrale aftrek)
Binnen de verplichte oefenstof is er een aantal mogelijkheden ingebouwd die een turnster in staat stelt tot een hogere D-score te komen. Wat er ook kan gebeuren, is dat een turnster een onderdeel vergeet of bewust niet doet. Als de turnster het onderdeel echt niet heeft geprobeerd, gaat er 0.3 van de D-score af. (De oefening wordt makkelijker want er wordt een onderdeel niet uitgevoerd). Dat is echter niet het enige. Er gaan dan ook 2 punten van de neutrale aftrek af. Dit is de N-score. Het niet uitvoeren van een element leidt in totaal dus tot 2.30 punten aftrek.

Ook voor het buiten de lijnen van de vloer stappen met 1 of 2 voeten krijg een turnster aftrek die valt onder de N-score

Totaal score:
vb. voorgeschreven oefenstof:
Als de turnster alle onderdelen herkenbaar uitvoert heeft zij bijvoorbeeld een D-score van 4.40 (dit varieert van 3.00 tot 4.80). Zou de turnster alle onderdelen ook nog perfect uitvoeren krijgt zij 10 punten voor de uitvoering (de E-score). De hoogste score die de turnster kan halen is de D en de E score bij elkaar opgeteld, in dit geval dus een 14.40. Er zijn vier basisniveaus op districtsniveau: D1, D2, D3 en D4 en vier op Nationaal niveau: N1, N2, N3 en N4.

vb. keuze oefenstof:
De turnster (suppl H, op de vloer) voert alle 4 de eisen uit (+2.0), heeft 1 verbinding ter waarde van 0.1 (spagaatsprong-kattesprong) en turnt in het totaal 3 A-elementen (+0.3) en 3 TA elementen (+0.3). Deze turnster krijgt dus een D-score van (2.0+0.1+0.3+0.3) 2.7. Zou deze turnster alle onderdelen ook nog perfect uitvoeren dan krijgt zij 10 punten voor de uitvoering (de E-score). De hoogste score die de turnster kan halen is de D en de E score bij elkaar opgeteld, in dit geval dus een 12.70.

Zie ook de website van de KNGU.
Hopelijk is het zo iets duidelijker hoe een cijfer tot stand komt.

Meer informatie over juryleden en jureren bij Turning Winsum kun je vinden op de volgende pagina.